Misschien ken je dat gevoel dat je steeds van alles lijkt te moeten. Ik heb dat zelf ook een tijd gehad. Bijvoorbeeld tijdens mijn werkzaamheden op een middelbare school. Ik moest elke vrijdag een nieuwsbrief naar ouders schrijven. In die nieuwsbrief schreef ik dan over wat er afgelopen week op school was gebeurd en wat er komende week op de planning stond.
Iedere vrijdagochtend zei ik tegen mezelf en tegen anderen: ‘Ik moet vandaag ook nog een nieuwsbrief schrijven.’ Elke week nam mijn weerstand tegen de nieuwsbrief meer toe en ik schoof deze klus steeds verder voor me uit. Tot ik er op een dag klaar mee was. Ik dacht bij mezelf: ‘Ik moet helemaal niets. Waarom schrijf ik eigenlijk een nieuwsbrief?’
Toen ben ik gaan nadenken over het waarom. Ik stelde mezelf de vraag: ‘Waarom schrijf ik eigenlijk een nieuwsbrief?’ Het antwoord kwam vanzelf: ‘Ik wil ouders betrokken houden bij de school, ik wil ouders informeren over wat er afgelopen week op school is gebeurd en ik wil ouders informeren over wat er komende week gebeuren gaat.
Vervolgens heb ik alternatieven gezocht voor de nieuwsbrief. Hoe kan ik ouders betrokken houden bij school? Na verschillende alternatieven bekeken te hebben, bleek de nieuwsbrief toch een waardevol middel om het doel te bereiken.
Vanaf dat moment ben ik anders tegen mezelf gaan praten. Ik moest van mezelf geen nieuwsbrief schrijven, ik wilde een nieuwsbrief schrijven. Iedere vrijdagochtend zei ik tegen mezelf: ‘Ik wil vandaag nog een nieuwsbrief schrijven’. Mijn weerstand was verdwenen en ik kreeg zelfs energie van het schrijven van nieuwsbrieven.
Uiteindelijk ben ik het woordje ‘moet’ gaan vervangen door ‘wil’ bij alles wat ik van mezelf moest. In plaats van ik moet nog even boodschappen halen, ik wil nog even boodschappen halen. Hierdoor voelde ik me veel minder gestrest en deed ik vooral wat ik wilde.
En als ik dacht: ik wil dit niet, keek ik naar alternatieven. Bijvoorbeeld: Ik moet nog naar de wc = ik wil nog even naar de wc. Nou had ik niet veel zin om op te staan, dus vroeg ik mezelf af of ik wel echt naar de wc wilde. Welke alternatieven zijn er?
Ik kan ervoor kiezen om niet naar de wc te gaan. Maar als ik hier nog langer blijf zitten dan doe ik het in mijn broek. Dat alternatief spreekt mij niet echt aan, wat maakte dat ik toch liever wilde opstaan om naar de wc te gaan. Ik zeg dus tegen mezelf: ‘Ik wil nog even naar de wc’.
Je denkt misschien: ‘Leuk verhaal maar wat kan ik ermee?’
Als je merkt dat je vaak tegen jezelf zegt dat je dingen moet, en daardoor druk of weerstand ervaart, dan kun je dat veranderen. Probeer maar eens drie weken het woordje moet te vervangen door het woordje wil en kijk wat het jou oplevert. Ik ben benieuwd!
Heb je last van het gevoel dat je veel ‘moet’ en lukt het je niet om dat gevoel kwijt te raken? Dan denk ik graag met je mee. Op deze pagina vindt je mijn gegevens.