Waarover velde jij je laatste oordeel?

Ik over mijn kop koffie. Die vond ik erg lekker smaken! Ik heb er van genoten. Oordelen, we doen het de hele dag door. Maar wat is het eigenlijk?

Oordelen

Oordelen is ergens iets van vinden. Ergens een mening over hebben. Over dat strakke logo bijvoorbeeld. Of over die ene leuke klant. Of over die energievretende administratieve rompslomp.

Een oordeel maakt jou wie je bent. Zoveel mensen zoveel oordelen. We zijn allemaal anders, of noemen onszelf uniek. We oordelen ook allemaal op een eigen manier. Met het vellen van een oordeel is dan ook helemaal niets mis.

Oordelen van anderen

Als mensen hetzelfde oordeel als jou vellen, voel je je met ze verbonden. Stel dat je met een groepje collega’s begint aan een nieuw project dat je supervet vindt. Als je bij de start aan een collega vraagt wat die van het project vindt, en het antwoord is: supervet! Dan voel je je verbonden.

Hoe anders kan het zijn wanneer je collega antwoord: nou ik vind er niets aan. Geef mijn portie maar aan fikkie. Op dat moment heeft je collega een ander oordeel dan jou.

En dat vind ik interessant. Want op het moment dat iemand een ander oordeel heeft dan jij hebt, kun je verschillende dingen doen.

Wat kun je doen?

Je kunt je collega gaan overtuigen dat jouw oordeel juist is. ‘Doe ff normaal, dit is een supervet project!’ Hierdoor kan een conflict ontstaan. Want eigenlijk zeg je dat de ander dus niet iets anders mag vinden dan jij vindt. Je zou dit ook veroordelen kunnen noemen. Het oordeel van de ander mag niet naast jouw oordeel bestaan.

Je kunt ook accepteren dat je collega er anders instaat en antwoorden: ‘Oké, dat kan.’ Hierbij hoeft geen frictie te ontstaan, maar ook niet per se verbondenheid. De ander mag iets anders vinden maar je toont geen interesse in de beweegredenen van de ander.

Je kunt ook onderzoeken waarom je collega het project niets vindt. ‘Oké, wat maakt dat je er niets aan vindt?’

Door het stellen van een open vraag over het oordeel, ontstaat meer verbondenheid. De ander voelt zich niet afgewezen. Sterker nog, de ander voelt dat er ruimte is voor een ander oordeel. En jij probeert te begrijpen waarom de ander anders oordeelt. Daardoor ontstaat meer begrip vanuit jou voor de mensen om je heen.

Een oordeel hebben is oké

Begrip krijgen voor het oordeel van anderen begint bij het hebben van begrip voor je eigen oordeel. Hierdoor accepteer je je eigen oordeel meer. En wanneer jij je eigen oordeel kunt accepteren, mag dat oordeel er ook gewoon zijn. Pas wanneer jouw oordeel er mag zijn, ontstaat er ruimte voor het oordeel van een ander. Dat kan dan naast jouw oordeel bestaan.

👉Word je bewust van je eigen oordeel. Onderzoek het daarna. Wat maakt dat jij iets leuk vindt? Kun je ook een reden bedenken waarom je het niet leuk zou kunnen vinden? Aansluitend op het onderzoeken van je eigen oordeel, volgt onderzoek naar het oordeel van anderen vanzelf.

Ik vond mijn koffie lekker smaken. Wat maakt dat ik de koffie lekker vond smaken? Wat maakt dat ik koffie soms niet lekker vind smaken? En wat vind jij eigenlijk een lekker bakkie? Of vind je koffie überhaupt niet lekker? Wat drink je dan graag?

PS

Het onderzoeken van een oordeel van iemand anders kan natuurlijk ook wanneer je denkt beiden het zelfde oordeel te hebben. In het geval dat je collega en jij het project beiden ‘supervet’ vinden, betekent niet dat jullie dat om dezelfde reden vinden. Het kan zijn dat jij het project supervet vindt vanwege de inhoud en dat je collega het project supervet vindt vanwege de mensen waarmee samengewerkt wordt.